Mag het iets minder stil zijn in de klas?!

Veel leerkrachten houden van stilte.
Stilte geeft rust, overzicht en controle.
Maar wat gebeurt er als stilte niet langer een middel is om te leren, maar een doel op zich wordt?

In veel klassen is “sst…” de vaste soundtrack geworden:
"Sst… nu eerst werken."
"Straks praten we erover."
"Ik spreek jou zo in de pauze even."

Door wat gezegd mág en móet worden te dempen en uit te stellen, creëren we stilte voor de storm. Stilte wordt een deksel — en wat je onder dat deksel duwt, komt er vroeg of later weer onderuit:

  • in de pauze, wanneer frustraties eruit klappen
  • in vrije momenten, zonder het overwicht van de leerkracht
  • op dagen met een invalkracht
  • in gedrag dat “plotseling” lijkt op te poppen, maar al die tijd is opgebouwd

Een stille klas is niet per definitie een goed lopende klas.
“Je kunt er een speld horen vallen.”
Mooi — maar waar prikken al die spelden ondertussen?

Stilte zegt niets over sociale veiligheid, betrokkenheid of begrip.
Sterker nog: het najagen van stilte in de klas, verschraalt het leerklimaat. Interactie verdwijnt, hardop denken wordt taboe en stilte kan voor sommige leerlingen zelfs een trigger worden om juist lawaai te maken.

Dempen van symptomen levert geen rust op — alleen uitstel van aandacht.

Echte rust ontstaat in een klas waar het veilig is en waar kinderen zich begrepen voelen.
Daar volgt stilte vanzelf, als gevolg van een aanpak waarin:

  • relaties ruimte krijgen
  • emoties niet in de wacht worden gezet
  • gedrag eerst begrepen wordt
  • werkvormen passen bij wat leerlingen cognitief én sociaal nodig hebben

MAG HET IETS MINDER STIL ZIJN IN DE KLAS?!

Minder dempen. Meer begrijpen.

Minder sst. Meer doorvragen.

Minder controle. Meer verbinding.

Als de onderliggende problemen écht worden aangepakt, komt die fijne stilte waar iedereen naar verlangt gewoon weer terug — niet opgelegd, maar als natuurlijk gevolg van een gezonde klasdynamiek.